Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • om·roep·ver·eni·ging
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord omroepvereniging omroepverenigingen
verkleinwoord omroepverenigingetje omroepverenigingetjes

Zelfstandig naamwoord

de omroepverenigingv

  1. organisatie met leden die als doel heeft radio- en televisieprogramma's te maken en uit te zenden
    • De AVRO, KRO, VARA, NCRV, VPRO en de EO zijn grote omroepverenigingen in Nederland. 

Meer informatie

Gangbaarheid