omniumverzekering
- om·ni·um·ver·ze·ke·ring
- samenstelling van omnium en verzekering
| enkelvoud | meervoud | |
|---|---|---|
| naamwoord | omniumverzekering | omniumverzekeringen |
| verkleinwoord | omniumverzekeringetje | omniumverzekeringetjes |
de omniumverzekering v
- een aanvullende verzekering, als aanvulling op eventuele wettelijk verplichte verzekering(en), waarin duidelijk beschreven moet worden voor welke risico's er verzekerd wordt
- Voor mijn wagen heb ik naast de BA-verzekering ook een omniumverzekering genomen.
- Het woord omniumverzekering staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.