• om·muurd
  • vervoeging van ommuren: de stam met de uitgang -d, zonder ge- vanwege voorvoegsel
vervoeging van: ommuren…
verbogen vorm: ommuurde

ommuurd

  1. voltooid deelwoord van ommuren
stellend
onverbogen ommuurd
verbogen ommuurde
partitief ommuurds

ommuurd

  1. door muren omgeven
     Aan de overkant van de gracht sluimerden de ommuurde tuinen van Papadopoli, waar gemaskerde gasten van geheime feesten bij het vuur van fakkels als schimmen verschenen, gehuld in de zwarte mantel van de nacht.[1]
91 % van de Nederlanders;
95 % van de Vlamingen.[2]
  1. “Grand Hotel Europa” (2018), De Arbeiderspers  , ISBN 978-90-295-2622-7, p. 24
  2.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be