ommuurd
- om·muurd
- vervoeging van ommuren: de stam met de uitgang -d, zonder ge- vanwege voorvoegsel
vervoeging van: | ommuren… |
verbogen vorm: | ommuurde |
ommuurd
- voltooid deelwoord van ommuren
stellend | |
---|---|
onverbogen | ommuurd |
verbogen | ommuurde |
partitief | ommuurds |
ommuurd
- door muren omgeven
- ▸ Aan de overkant van de gracht sluimerden de ommuurde tuinen van Papadopoli, waar gemaskerde gasten van geheime feesten bij het vuur van fakkels als schimmen verschenen, gehuld in de zwarte mantel van de nacht.[1]
- Het woord ommuurd staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "ommuurd" herkend door:
91 % | van de Nederlanders; |
95 % | van de Vlamingen.[2] |
- ↑ “Grand Hotel Europa” (2018), De Arbeiderspers , ISBN 978-90-295-2622-7, p. 24
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be