ommezij
- om·me·zij
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | ommezij | ommezijdes ommezijden |
verkleinwoord |
- de kant die men ziet na omdraaien van iets of iemand
- de kant die men ziet na zelf omgedraaid te zijn
- Het woord ommezij staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "ommezij" herkend door:
70 % | van de Nederlanders; |
67 % | van de Vlamingen.[2] |
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be