olijkheid
- olijk·heid
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | olijkheid | olijkheden |
verkleinwoord | olijkheidje | olijkheidjes |
de olijkheid v
- het grappige, onschuldige plezier
- Het woord olijkheid staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "olijkheid" herkend door:
91 % | van de Nederlanders; |
77 % | van de Vlamingen.[4] |
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Tubantia 30-09-08 Bankzaken
- ↑ Tubantia Ab Zagt 10-01-17 Verhoeven bewijst grote klasse met vermakelijke Elle
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be