olieverfschilderij

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • olie·verf·schil·de·rij
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord olieverfschilderij olieverfschilderijen
verkleinwoord olieverfschilderijtje olieverfschilderijtjes

Zelfstandig naamwoord

de olieverfschilderijv

  1. met olieverf geschilderde afbeelding
     'En je begrijpt toch wel wat een olieverfschilderij van deze grootte van Van Gogh ongeveer waard is?' vroeg oom Sverre, curieus en plotseling geamuseerd.[2]

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)
    “1968, De grote eeuw deel 7” (2017), Uitgeverij Prometheus  , ISBN 9789044633535