bootslieden in oliepakken
  • olie·pak
enkelvoud meervoud
naamwoord oliepak oliepakken
verkleinwoord

het oliepako

  1. stevig waterdicht pak gebruikt op schepen en boten dat oorspronkelijk gemaakt is van geoliede stof
    • Voor de Veerse sluis liggen vier stoere jongens in glimmende oliepakken aan de steiger te wachten. Deze zeeverkenners hebben bijna allemaal hun zeildiploma’s en zijn nu een week op kamp aan het Veerse meer. [2] 
    • Dankbaarder is het om sporters te portretteren, weg van het veld of de baan. Voetballer Dirk Kuijt stelde in december zelf voor de kotter van een vriend te lenen. Trok die Katwijkse visserszoon ook nog spontaan een geel oliepak aan, tussen de groene, gele en rode netten op het houten dek. Ik kon mijn geluk niet op. Kuijt is klasse in eenvoud. Net als Johan Cruijf . [3] 
    • Palingvisser Ale de Jager (52), geel oliepak, bruin gezicht, stuurt zijn ijzeren vlet over het Pikmeer bij Grou. Hier heeft hij diverse fuiken liggen, die hij met een lange, houten kubstok omhoog licht. [4] 
92 % van de Nederlanders;
84 % van de Vlamingen.[5]
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. De Telegraaf IMKE KADLECEK 13 jul. 2013 Waterratten
  3. De Telegraaf 01 apr. 2016 Altijd op scherp!
  4. NRC Karin de Mik 25 juli 2015 Paling jatten uit andermans fuik
  5.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be