oliegoed
  • olie·goed
enkelvoud meervoud
naamwoord oliegoed
verkleinwoord

het oliegoedo [1]

  1. waterdichte kleding die gemaakt is van met lijnolie geïmpregneerde katoenen stof die vooral door vissers wordt gebruikt
     Verder een afgeknipte spijkerbroek en roze gympen, wat mooi contrasteert met het gele oliegoed van Dora en Heini.[2]