oio
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- oio
Woordherkomst en -opbouw
- afkorting van onderzoeker in opleiding
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | oio | oio's |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
- (verouderd) (afkorting) (onderwijs) (beroep) iemand die onderzoek doet om een proefschrift te schrijven
- ▸ De meeste promovendi echter zijn aio’s of oio’s: personen die vier of vijf jaar aan een universiteit zijn aangesteld (na selectie) en die óf slechts zeer beperkt (aio’s) of helemaal niet (oio’s) bij het universitaire werk betrokken worden. Zij kunnen en moeten dus vrijwel hun gehele tijd aanwenden om te promoveren.[1]
Synoniemen
Afgeleide begrippen
Gangbaarheid
- Het woord oio staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "oio" herkend door:
13 % | van de Nederlanders; |
5 % | van de Vlamingen.[2] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron “Promoveren in de pastorie meestal niet verantwoord” (23-05-2006), Reformatorisch Dagblad
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be