officiersdegen
  • of·fi·ciers·de·gen
enkelvoud meervoud
naamwoord officiersdegen officiersdegens
verkleinwoord officiersdegentje officiersdegentjes

de officiersdegenm

  1. (militair) ceremonieel degen die gebruikt wordt door militairen met een hogere rang
     De soldaat was gekleed in een blauwige jas van fabriekslaken, droeg geen ransel en sjako, had een verband om zijn hoofd en een Franse patroontas over zijn schouder. In zijn handen hield hij een officiersdegen.[2]