Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • of·fice·ma·na·ger
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord officemanager officemanagers
verkleinwoord officemanagertje officemanagertjes

Zelfstandig naamwoord

de officemanagerm

  1. (beroep) iemand die verantwoordelijk is voor de dagelijkse gang van zaken in een kantoor of vestiging

Meer informatie

Gangbaarheid