• oe·fen·schrift
enkelvoud meervoud
naamwoord oefenschrift oefenschriften
verkleinwoord oefenschriftje oefenschriftjes

het oefenschrifto

  1. (onderwijs) een schrift waarin je oefeningen kunt maken in het kader van een opleiding
    • De docente corrigeerde iedere week de oefenschriften van de cursisten.