• oe·fen·school
enkelvoud meervoud
naamwoord oefenschool oefenscholen
verkleinwoord oefenschooltje oefenschooltjes

de oefenschoolv / m

  1. (figuurlijk) gelegenheid om zich te oefenen
    • de praktijk is de beste oefenschool 
90 % van de Nederlanders;
97 % van de Vlamingen.[2]