oefenbal
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- oe·fen·bal
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van oefenen ww en bal zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | oefenbal | oefenballen |
verkleinwoord | oefenballetje | oefenballetjes |
Zelfstandig naamwoord
de oefenbal m
- een bal waarmee je kunt trainen
Hyponiemen
Gangbaarheid
- Het woord oefenbal staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "oefenbal" herkend door:
94 % | van de Nederlanders; |
96 % | van de Vlamingen.[1] |
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be