ochtendvergadering

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • och·tend·ver·ga·de·ring
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord ochtendvergadering ochtendvergaderingen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de ochtendvergaderingv

  1. een bespreking met meerdere mensen in de ochtenduren
     Ik denk dat het iets na negen uur was toen collega Tom Egbers en ik even voor ons hotel in het zonnetje stonden. De ochtendvergadering achter de rug en het ontbijt net achter de kiezen. We genoten van de grote groepen Argentijnse voetbalsupporters die zich aan de overkant van de straat onder luid gezang verzamelden.[1]
     De commissarissen van de politieregio Brussel-Elsene waren bijeengekomen om te bekijken op welke plekken er extra beveiliging nodig was. Een van de commissarissen kwam te laat opdagen bij de ochtendvergadering. Toen hij ook nog eens geen antwoord kon geven op belangrijke vragen, begonnen andere aanwezigen te vermoeden dat de man had gedronken.[2]

Gangbaarheid


Verwijzingen

  1.   Weblink bron “Willy Overtoom op de Copacabana” (maandag 16 juni 2014), NOS
  2.   Weblink bron “Politiecommissaris dronken bij crisisoverleg” (Woensdag 30 maart 2016), NOS