nylonkous
- ny·lon·kous
- samenstelling van nylon en kous [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | nylonkous | nylonkousen |
verkleinwoord | nylonkousje | nylonkousjes |
- dunne kous van nylon voor vrouwen, tot bovenaan het been bevestigd met een jarretel, uiterst populair attribuut na de tweede wereldoorlog
- ▸ Er waren er die vertelden dat de nieuwe nylonkousen vast konden vriezen op de benen van de meisjes en dan los moesten worden gesneden.[2]
- Het woord nylonkous staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "nylonkous" herkend door:
96 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[3] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)“Echte Amerikaanse jeans” (2017), Uitgeverij Prometheus , ISBN 9789044632767
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be