notebook
- note·book
- Leenwoord uit het Engels, in de betekenis van ‘draagbare computer’ voor het eerst aangetroffen in 1991 [1]
- uit het Engels notebook = notitieblok
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | notebook | notebooks |
verkleinwoord | notebookje | notebookjes |
- (informatica) een computer zo groot als een notitieblok dus kleiner dan een laptop
- Een notebook heeft een scherm dat meestal kleiner is dan 15 inch en weegt minder dan 2 kg
- Het woord notebook staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "notebook" herkend door:
97 % | van de Nederlanders; |
94 % | van de Vlamingen.[2] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "notebook" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be