Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • norm·ver·va·ging
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord normvervaging normvervagingen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de normvervagingv

  1. (sociologie) het minder duidelijk worden van de gemeenschappelijke waarden en normen en het makkelijker overtreden van de gemeenschappelijke waarden en normen die nog wel gelden
    • Professor Alexander De Becker, aan de UGent gespecialiseerd in bestuursrecht, kijkt vooral op van hoe open de integriteit wordt geschonden. ‘Er zullen wel meer overheidsdiensten zijn waar men al op voorhand weet wie de vacature zal invullen. Maar dat de top van de instelling haar kandidaten op een lijst zet en die vervolgens per mail door de gedelegeerd bestuurder wordt goedgekeurd, is uitzonderlijk. Het wijst op een normvervaging. Alsof ze geen enkele rem hebben op hun vooringenomenheid. Dit past niet bij een moderne overheid.’ [1] 
    • Ingewijden menen dat een harde kern van politiemensen zich al tien jaar misdraagt, verwijzend naar een rapport uit 2006 dat ook al ‘normvervaging’ signaleert bij de gedwongen repatriëring van uitgeprocedeerde asielzoekers en illegalen. [2] 
Verwante begrippen

Gangbaarheid

96 % van de Nederlanders;
96 % van de Vlamingen.[3]

Verwijzingen

  1. de Standaard VRIJDAG 28 JULI 2017
  2. Tubantia Frans Boogaard 25-01-2017
  3.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be