noodsteun
- nood·steun
- samenstelling van nood zn en steun zn , aangetroffen vanaf 1908 (zie vindplaats hieronder)
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | noodsteun | - |
verkleinwoord | - | - |
de noodsteun m
- hulp wordt gegeven om direct dreigend gevaar tegen te gaan, meestal in de vorm van geld
- ▸ Soedan kampt met een economische crisis. Saoedi-Arabië en de Verenigde Arabische Emiraten geven Soedan 3 miljard dollar (ongeveer 2,7 miljard euro) aan noodsteun.[1]
- ▸ De mensen bij wie noodsteun terechtkomt zijn veelal alleenstaande vrouwen met kinderen; jongeren tot ongeveer 23 jaar; oudere alleenstaande mannen; chronisch zieken of gehandicapten; en ouderen met alleen – soms gedeeltelijke – AOW.[2]
- ▸ ⧖ En m.i. zal Rijkssubsidie aan Leeszalen behooren te blijven dragen het karakter van noodsteun; en wel, zoolang deze bij uitstek gemeentelijke zaak niet naar behooren kan worden betracht onder de tegenwoordige financieele verhoudingen der Gemeenten.[3]
- Het woord 'noodsteun' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- ↑ Weblink bron Christiaan Paauwe“Soedan krijgt miljardensteun uit Midden-Oosten” (21 april 2019) op nrc.nl
- ↑ Weblink bron Arjen Schreuder“Volkomen blut – en wie wil dan nog helpen?” (21 december 2015) op nrc.nl
- ↑ Weblink bron H.E. GreveRijkssubsidie aan openbare leeszalen in: Sociaal Weekblad, jrg. 22 nr. 52 (26 december 1908), Tjeenk Willink, Haarlem, p. 410 kol. 1