Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • nood·pil
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord noodpil noodpillen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de noodpilv / m

  1. (medisch) (farmacologie) een middel dat tot maximaal 120 uur na onbeschermde geslachtsgemeenschap de kans op zwangerschap sterk vermindert
    • Een op de negen vrouwen tussen de 15 en 44 jaar oud had in de periode 2006-2010 wel eens de noodpil geslikt, om te voorkomen dat ze zwanger werden. In 2002 was dat nog 4,2 procent. Dat komt mede doordat Amerikaanse vrouwen de pil makkelijker kunnen krijgen. De morning-afterpil is sinds 2006 zonder doktersrecept verkrijgbaar in de VS. De eerste morning-afterpil werd in 1998 goedgekeurd voor de Amerikaanse markt. [1] 
    • Toen de Poolse regering besloot vanaf eind vorige maand de toegang tot de morningafterpil te beperken, reageerde psychiater Aleksandra Krasowska ontsteld. Het regerende Recht en Rechtvaardigheid (PiS), een partij met een grote conservatief-katholieke achterban, bepaalde dat de noodpil alleen nog verstrekt mag worden op doktersvoorschrift. [2] 
Synoniemen

Gangbaarheid

79 % van de Nederlanders;
91 % van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen