noodlijdend
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: noodlijdend (hulp, bestand)
Woordafbreking
- nood·lij·dend
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van nood en lijdend
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | noodlijdend | noodlijdender | noodlijdendst |
verbogen | noodlijdende | noodlijdendere | noodlijdendste |
partitief | noodlijdends | noodlijdenders | - |
Bijvoeglijk naamwoord
noodlijdend
- ernstige problemen hebbend
- Hij werd direkteur van het noodlijdende bedrijf dat al vele jaren verlies leed.
Gangbaarheid
- Het woord noodlijdend staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.