• nood·lan·ding
enkelvoud meervoud
naamwoord noodlanding noodlandingen
verkleinwoord noodlandinkje noodlandinkjes

de noodlandingv

  1. (luchtvaart) gedwongen landing, op een andere plaats dan die van bestemming
100 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.[1]
  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be