• nieuw·jaars·brand
enkelvoud meervoud
naamwoord nieuwjaarsbrand nieuwjaarsbranden
verkleinwoord

de nieuwjaarsbrandm

  1. een brand op nieuwjaarsdag; speciaal de brand in cafe "t Hemelje" in Volendam van 1-1-2001
    • "Naar aanleiding van wat na de nieuwjaarsbrand in Volendam een pastoor daar deed en na de koninginnedagramp in Apel- doorn een dominee, heb ik hier al eens een balletje opgegooid: priesters en dominees staan bij wijze van spreken vrij tot je beschikking. Zij zijn gewend om te gaan met mensen in crisissituaties, met de dood, noem maar op. Je denkt misschien het eerst aan psychologen en psychiaters, maar die hebben waarschijnlijk vollere agenda's qua afspraken, als er zoiets als dit gebeurt." [1] 
    • Drie inwoners van Volendam mogen publiekelijk geen beledigende of smadelijke opmerkingen meer maken over burgemeester Willem van Beek en twee topambtenaren van de gemeente Edam-Volendam in verband met de nieuwjaarsbrand in 2001. [2] 
    • In Volendam was boos gereageerd op een grap over de nieuwjaarsbrand die Maassen in zijn show had verwerkt. Als de cabaretier in Volendam komt optreden, zullen in elk geval de circa 240 slachtoffers van de nieuwjaarsbrand in de zaal zitten, zo had Bond vandaag beloofd. [3]