niet lullen, maar poetsen

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • niet lul·len, maar poet·sen
Woordherkomst en -opbouw

Tussenwerpsel

niet lullen, maar poetsen

  1. (gezegde) eindeloos praten over hoe een taak volbracht moet worden is slecht voor de productiviteit
     'Niet lullen, maar poetsen' is hier het devies. Niet te lang zoeken, niet te veel therapie ('te lang doorzeuren over het verleden geeft alleen maar een herbeleving van de pijn en affirmeert en verdiept alleen het oude trauma') en zeker niet te veel navelstaren (ik noem het liever introspectie).[1]
     Plugge is van het type 'niet lullen, maar poetsen'. 'Ik was nog maar achttien toen ik een eigen bloemenkwekerij opzette. Keihard werken, maar wel gaaf om te doen.'[2]
     Het ada​gium van 'niet lullen maar poetsen' verlamt alles een beetje. Details blijven in Rotterdam-Zuid altijd details, omdat niemand ze belangrijk genoeg vindt.[3]

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1.   Weblink bron
    Remco Claassen
    “Wij: de psychologie van het gunnen” (2010), Unieboek / Het Spectrum  , ISBN 9789049103224, p. 21
  2.   Weblink bron
    Martin Vriesema
    “Extreem: het ware tennisleven van Martin Verkerk” (2014), Nieuw Amsterdam  , ISBN 9789046816813, p. 148
  3.   Weblink bron “Friet met Van Basten: voetbalverhalen” (2016), De Bezige Bij  , ISBN 9789400405820, p. 256