• nier·bed
enkelvoud meervoud
naamwoord nierbed
verkleinwoord

het nierbedo

  1. (anatomie) klomp vet waarin de nieren liggen; perirenale vet
     In de naoorlogse jaren zag Bloemendaal de slagersbranche ingrijpend veranderen. „Mensen hielden vroeger van vette koeien. Een achterbout hing je voor het winkelraam, ’s avonds voordelig verlicht, de buiklap teruggeslagen zodat het grote nierbed goed zichtbaar was.[2]
48 % van de Nederlanders;
51 % van de Vlamingen.[3]


  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2.   Weblink bron
    Gerrit Dannenberg
    “Dikke sigaren roken in de slagerij in Rijssen” (12-01-2013), Reformatorisch Dagblad
  3.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be