• IPA: /ɲɛd͡zɛla/

niedzela v

  1. zondag


Dagen in het Kasjoebisch
pòniedzôłk
maandag
wtórk
dinsdag
strzoda
woensdag
czwôrtk
donderdag
piątk
vrijdag
sobòta
zaterdag
niedzela
zondag