neutrino
- neu·tri·no
- Leenwoord uit het Italiaans, in de betekenis van ‘ongeladen materiedeeltje’ voor het eerst aangetroffen in 1961 [1]
- [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | neutrino | neutrino's |
verkleinwoord | neutrinootje | neutrinootjes |
het neutrino o
- (natuurkunde) een fermion (met een spin van 1/2): een uiterst licht ongeladen elementair deeltje
- Het woord neutrino staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "neutrino" herkend door:
51 % | van de Nederlanders; |
44 % | van de Vlamingen.[3] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "neutrino" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ neutrino op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be