netvormig
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- net·vor·mig
Woordherkomst en -opbouw
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | netvormig | netvormiger | netvormigst |
verbogen | netvormige | netvormigere | netvormigste |
partitief | netvormigs | netvormigers | - |
Bijvoeglijk naamwoord
netvormig
Gangbaarheid
- Het woord netvormig staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "netvormig" herkend door:
92 % | van de Nederlanders; |
92 % | van de Vlamingen.[1] |
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be