nesen

Lets

Bijwoord

nesen

1. onlangs, recent(elijk)

Middelnederlands

Woordherkomst en -opbouw

• Afgeleid van het Oudnederlandse *nesan

Werkwoord

nesen

1. genezen; beter maken
2. ongedeerd blijven

Synoniemen

• genēsen

Verwijzingen

• Vroegmiddelnederlands Woordenboek - Instituut voor de Nederlandse taal

Tsjechisch

Uitspraak

• IPA: /nɛsɛn/

Woordafbreking

• ne·sen

Werkwoord

nesen

1. mannelijk enkelvoud passief deelwoord van het imperfectieve werkwoord nést

Anagrammen

• nenes