• ne·gen·voud
enkelvoud meervoud
naamwoord negenvoud negenvouden
verkleinwoord

het negenvoudo

  1. in negenvoud: negen exemplaren van hetzelfde
    • Zo’n honderd gemeenten en organisaties in Duitsland, Oostenrijk en Zwitserland hebben op de expositie ingetekend. Deze komt in negenvoud beschikbaar.[1] 
  2. (wiskunde) een getal dat deelbaar is door 9
    • De leeftijd van de moeder bij geboorte van het kind is altijd een negenvoud, omdat ab – ba is 10a + b – (10b + a) is 9(a – b) met a en b nog steeds gehele getallen onder de tien.[2] 
92 % van de Nederlanders;
97 % van de Vlamingen.[3]
  1. Reformatorisch Dagblad 06-01-2009 Expositie over Calvijn toert door Duitsland
  2. NRC Ellen de Bruin 9 juni 2017 Verjaardagswiskunde
  3.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be