• na·volg·baar
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen navolgbaar navolgbaarder navolgbaarst
verbogen navolgbare navolgbaardere navolgbaarste
partitief navolgbaars navolgbaarders -

navolgbaar

  1. als iets goed is om na te doen, als iets te imiteren is
    • Het ROC bouwde dus niet één, maar twee grote panden, met twee keer zoveel vierkante meters als de school nodig had, tegen een twee keer te hoge vierkante meterprijs. Minister Bussemaker schreef hierover vrijdag: „De filosofie is te typeren als sympathiek, vernieuwend en is navolgbaar. De uitvoering is echter naïef en amateuristisch gebleken. Het beeld komt op van een megalomaan project.” [1] 
  1. Juliette Vasterman & Merijn Rengers NRC 16 februari 2015