• nauw·ver·ho·len
stellend
onverbogen nauwverholen
verbogen
partitief nauwverholens

nauwverholen

  1. nauwelijks verborgen, bijna helemaal openbaar
66 % van de Nederlanders;
51 % van de Vlamingen.[1]
  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be