nastuk
- na·stuk
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | nastuk | nastukken |
verkleinwoord | nastukje | nastukjes |
het nastuk o
- een stuk dat gespeeld wordt na de eigenlijke voorstelling
- Het woord 'nastuk' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "nastuk" herkend door:
51 % | van de Nederlanders; |
62 % | van de Vlamingen.[2] |
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be