• na·sa·le·ren
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
nasaleren
nasaleerde
genasaleerd
zwak -d volledig

nasaleren

  1. overgankelijk (taalkunde) een neusklank maken van een klinker
    • In het Frans worden veel klinkers genasaleerd en dat kan voor Nederlands- en Engelstaligen uitspraakproblemen opleveren. 
17 % van de Nederlanders;
27 % van de Vlamingen.[1]
  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be