narcistische persoonlijkheidsstoornis

  • nar·cis·ti·sche per·soon·lijk·heids·stoor·nis
enkelvoud meervoud
naamwoord narcistische persoonlijkheidsstoornis
verkleinwoord

narcistische persoonlijkheidsstoornis

  1. (medisch) een persoonlijkheidsstoornis die wordt gekenmerkt door een overdreven gevoel van eigenwaarde, een sterke behoefte aan bewondering en een laag inlevingsvermogen