• na·hu·we·lijk
enkelvoud meervoud
naamwoord nahuwelijk nahuwelijken
verkleinwoord

het nahuwelijko

  1. de relatie die ex-partners blijven houden na beëindiging van hun huwelijk
    • Ook schenken wij aandacht aan de periode na de scheiding, het zogenaamde nahuwelijk. Als een van de ex-partners een nieuwe relatie krijgt, dan verandert de situatie voor alle partijen. Hoe ga je daarmee om?”, aldus Ingrid von Burg van de Raad van Rechtsbijstand.[1] 
    • Voortdurend het hart volgen dus, is het advies van Hermsen, en vooral niet moeilijk doen. Is ook beter voor de kinderen, betoogt de schrijfster. Een geval van cognitieve dissonantie? De statistiek in diverse wetenschappelijke publicaties ondersteunt de bewering van Hermsen namelijk niet. Kinderen lijden meer onder een scheiding dan onder het overlijden van een ouder. Ook op langere termijn zijn de effecten van echtscheiding op de ontwikkeling van kinderen nadelig in vergelijking tot kinderen uit intacte gezinnen. Is het pleidooi voor een 'verstandig nahuwelijk'in algemene zin niet gewoon een doekje voor het bloeden? Het is maar een vraag.[2] 
  1. de Telegraaf 04 jan. 2016
  2. Volkskrant Danielle Serdijn 30 januari 2012