nachtprogrammering

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • nacht·pro·gram·me·ring
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord nachtprogrammering nachtprogrammeringen
verkleinwoord nachtprogrammerinkje nachtprogrammerinkjes

Zelfstandig naamwoord

de nachtprogrammeringv

  1. (media) de manier waarop de uitzending van een televisiezender of radiozender is samengesteld tijdens de nacht
    • De nachtprogrammering zendt meestal alleen herhalingen uit van programma's van de afgelopen dag. 

Gangbaarheid