nacho's
- na·cho's
- [1] nacho met uitgang -s
- [2] leenvertaling van Engels nachos of Mexicaans-Spaans nachos; eponiem van Mexicaans-Spaans nacho's, van Nacho en , de verkleinvorm van Ignacio en “Ignatius” de voornaam van de 20e-eeuwse Mexicaanse chef-kok Ignacio Anaya die het gerecht in 1943 bedacht
de nacho's mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord nacho
- ▸ Versnaperingen zoals nacho's om mee te dippen zijn er in overvloed.[1]
- alleen meervoud (kookkunst) gerecht bestaand uit driehoekige chips van maismeel, bedekt met jalapeño's en gesmolten kaas, soms aangevuld met vlees, groente of saus
- ▸ Er staan niet veel vegetarische gerechten in dit kookboek en het vegetarische hoofdstuk begint met nacho's.[2]
- Het woord nacho's staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Weblink bron Freek Staps“De Arabieren komen!” (30 mei 2006) op nrc.nl
- ↑ Weblink bron Sam de Voogt“Pasta met citroen en tijm” (14 maart 2019) op nrc.nl