nabuurschap

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  nabuurschap    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• na·buur·schap

Woordherkomst en -opbouw

• afleiding van nabuur met het achtervoegsel -schap

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	nabuurschap
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het nabuurschap o

1. de (goede) relatie tussen buren waarbij men elkaar helpt en bijstaat

   ▸ In Dora's ogen is nabuurschap een soort gedwongen huwelijk.

   ▸ Dat er ruimhartig wordt gedoneerd aan gedupeerden van misdrijven, is volgens Slachtofferhulp vermoedelijk te danken aan oproepen die snel rondgaan op sociale media en de aandacht van nieuwsmedia. "Zolang het in samenspraak met een slachtoffer gebeurt, is crowdfunding een mooi voorbeeld van nabuurschap", zegt beleidsadviseur Robin Fontijne.

   ▸ De Europese Commissie heeft vanmiddag laten weten alle betalingen aan de Palestijnen onmiddellijk op te schorten vanwege "de schaal van de terreur en wreedheid tegen Israël". Alle projecten moeten opnieuw worden bekeken en alle nieuwe begrotingsvoorstellen, ook voor 2023, worden uitgesteld, zegt Eurocommissaris Várhelyi voor Nabuurschap en Uitbreiding op X.

Synoniemen

• naberschap, Noaberschop,, noaberskop

Gangbaarheid

• Het woord nabuurschap staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.