• na·bo·lag
  • Samenstelling van de Noorse zelfstandige naamwoorden nabo en lag
Naar frequentie 9580
  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   nabolag     nabolaget     nabolag     nabolaga
nabolagene  
genitief   nabolags     nabolagets     nabolags     nabolagas
nabolagenes  

nabolag, o

  1. buurt, omgeving, wijk
    «Brooklyn består av mange fantastiske nabolag, men man har sjelden tid til å besøke alle når man er på ferie i New York.»
    Brooklyn is opgebouwd uit vele prachtige wijken, maar je heeft zelden tijd om alle te bezoeken wanneer je op vakantie bent in New York.

nabolag

  1. nominatief onbepaald mannelijk meervoud van nabolag


  • na·bo·lag
  • Samenstelling van de Nynorske zelfstandige naamwoorden nabo en lag
  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   nabolag     nabolaget     nabolag     nabolaga  

nabolag, o

  1. buurt, omgeving, wijk

nabolag

  1. nominatief onbepaald mannelijk meervoud van nabolag