muurring
- muur·ring
- samenstelling van muur en ring
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | muurring | muurringen |
verkleinwoord | muurringetje | muurringetjes |
de muurring m
- een metalen ring de vastzit aan een muur waaraan men met behulp van een touw of kabel zaken kan vastmaken
- Het middeleeuwse kasteel had een muurring bij de slotgracht voor het aanmeren van een bootje.
- Met behulp van een muurring kon met goederen naar boven takelen in het pakhuis.
- Het woord 'muurring' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.