mulder
Niet te verwarren met: Mulder |
- mul·der
- van Middelnederlands molder / molre / mulre dat via "mulnere" teruggaat op Latijn molinarius, in de betekenis van ‘molenaar’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1287 [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | mulder | mulders |
verkleinwoord | muldertje | muldertjes |
de mulder m
- (beroep) iemand die een molen laat werken
- Mulder en Smulders zijn tegenwoordig een veel voorkomende achternamen omdat mulder vroeger een veel voorkomend beroep was.
- (kevers) benaming voor Melolontha melolontha
- De mulder staat bekend als een belangrijk plaaginsect omdat de larven schade kunnen toebrengen aan door de mens geteelde gewassen.
- Het woord mulder staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "mulder" herkend door:
73 % | van de Nederlanders; |
51 % | van de Vlamingen.[2] |
- ↑ "mulder" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be