mouwvest
  • mouw·vest
enkelvoud meervoud
naamwoord mouwvest mouwvesten
verkleinwoord mouwvestje mouwvestjes

het mouwvesto [1]

  1. (kleding) vest met mouwen
     Op de rollaag bij het witte hekje naar de bleek onder de eetzaalramen en op de riggels langs de heerentuin bukten ook eenige jongens in hun mouwvest en rookten.[2]
     Handteekenen was billijker en Dolf zou van moeder Bruin een mouwvest krijgen als hij naar de zaal ging.[3]