Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • mo·tor·ver·mo·gen
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord motorvermogen motorvermogens
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het motorvermogeno

  1. (techniek) de maximale hoeveelheid mechanische energie die een motor per tijdseenheid kan leveren
     Red Bull Racing wordt in Monaco als favoriet gezien voor de zege zondag. Het motorvermogen speelt op het bochtige stratencircuit, waar inhalen een lastige zaak is, een minder voorname rol.[1]
     In september meldde de NOS dat veel kustvissers frauderen met hun motorvermogen.[2]

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1.   Weblink bron “Verstappen en Ricciardo onderstrepen favorietenrol in Monaco” (24-05-2018), NOS
  2.   Weblink bron “Garnalenvissers veel te actief in Wadden- en Noordzee, overheid deed niets” (15-02-2020), NOS