• mo·tor·scha·de
enkelvoud meervoud
naamwoord motorschade motorschades
motorschaden
verkleinwoord - -

de motorschadev / m

  1. ernstige aantasting van het deel van een machine dat voor de aandrijving zorgt
     Wat is het stomste wat u ooit met een auto heeft gedaan?
    „Door blijven rijden nadat het lampje van de oliedruk op rood ging. Ik heb toen geleerd dat dat tot onherstelbare motorschade leidt.”
    [1]
  1.   Weblink bron
    Guus Peters
    “Achter het stuur” (4 februari 2012) op nrc.nl