• mo·tor·loos
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen motorloos motorlozer motorloost
verbogen motorloze motorlozere motorlooste
partitief motorloos motorlozers -

motorloos

  1. zonder motor
    • Een roeiboot is een motorloos vaartuig. 
    • Vroeger was een fiets een motorloos rijwiel tegenwoordig lijkt het wel of iedere fiets een elektrische motor nodig heeft.