morgengrauwen
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- mor·gen·grau·wen
Woordherkomst en -opbouw
- geen meervoud, samenstelling van morgen zn en grauwen ww
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | morgengrauwen | - |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
- periode van zonsopkomst waardoor het geleidelijk lichter wordt en waardoor de kleuren nog afwezig lijken en alles grijzer lijkt (het menselijk oog kan in de duisternis geen kleuren zien, wel zwart/wit)
Verwante begrippen
Gangbaarheid
- Het woord morgengrauwen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.