Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • mor·gen·grau·wen
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord morgengrauwen -
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

het morgengrauweno [1] [2]

  1. periode van zonsopkomst waardoor het geleidelijk lichter wordt en waardoor de kleuren nog afwezig lijken en alles grijzer lijkt (het menselijk oog kan in de duisternis geen kleuren zien, wel zwart/wit)
Verwante begrippen

Gangbaarheid

Verwijzingen