monopoliegeld
- mo·no·po·lie·geld
- samenstelling van monopolie en geld
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | monopoliegeld | monopoliegelden |
verkleinwoord | - | - |
het monopoliegeld o
- namaakgeld dat bij het monopoliespel gebruikt wordt
- nepgeld in 't algemeen, met name speelgeld of fiches in gebruik bij gezelschapsspelen
- (figuurlijk) geld dat er onecht uitziet vanwege zijn vorm of kleuren
- Het woord monopoliegeld staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.