monnikendom
- Geluid: monnikendom (hulp, bestand)
- mon·ni·ken·dom
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | monnikendom | monnikendommen |
verkleinwoord |
het monnikendom o
- alle monniken en kloosterorden als één geheel gezien
- ▸ En wat een schat van een kindermeid heb jeer een knap kamermeisje met een schortje voor, maar bij jouw monnikendom en jouw strenge levensstijl past dit uitstekend.[2]
- Het woord monnikendom staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.