Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • mo·men·teel
Woordherkomst en -opbouw
stellend
onverbogen momenteel
verbogen momentele
partitief momenteels

Bijvoeglijk naamwoord

momenteel [1]

  1. tegenwoordig, voor het ogenblik

Bijwoord

momenteel

  1. op dit moment
    • Momenteel ben ik een artikel aan het bewerken. 
Vertalingen

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen